Jacques en Gretha Salomon

De geschiedenis van 2 onderduikers.  

Voor de oorlog:
Jacques Salomon heeft een agentuur van stoffen. Hij is voor Nederland alleenvertegenwoordiger. Hij woont met zijn vrouw Gretha Brandon in de Zacharias Jansestraat 56. Zij zijn kinderloos. Het onderhoud voor deze woning is in handen van timmerfabriek Jacob Zwaan te Enkhuizen

1937 Jacob Zwaan overlijdt en zoon Gerrit (mijn vader) neemt de zaak over.  Het onderhoud van o.m. het pand op de Zacharias Jansestraat wordt voortgezet.

1940 Gerrit Zwaan trouwt met Marie van der Veen op 3 oktober 1940 en zij gaan op de Van Bleiswijkstraat 54 in Enkhuizen wonen.

0Huwelijk M en G

1941 De tijden worden slechter. Omdat het vervoer steeds lastiger wordt heeft mijn vader geen onderhoudswerk meer in Amsterdam. Ook het onderhoud van de woning van de Salomons wordt afgestoten. De Salomons zijn persoonlijk zeer gesteld op mijn vader maar moeten toch met spijt in het hart afscheid nemen. De teleurstelling zit diep.  Als troost belooft  mijn vader dat als de nood aan de man komt zij op hem kunnen rekenen. Aan deze belofte klampen zij zich vast en zij houden contact.

Voorjaar 1942 Ondanks de oorlogstijd, gaat het leven toch nog min of meer gewoon zijn gangetje. Ik word geboren.

Voorjaar 1943. Mijn moeder is opnieuw in verwachting en mijn vader vertelt het blijde nieuws aan de familie Salomons. De schrik slaat hen om het hart. Kan de min of meer beloofde  onderduik nu niet langer doorgaan? Voor mijn vader is het duidelijk dat een gegeven woord niet gebroken mag  worden en gaat behalve de kraamkamer nu ook de onderduikgelegenheid in orde maken. Mijn moeder staat achter mijn vader maar is tegelijkertijd ook bang voor de toekomst. Gerrit Bijl, een zeer betrouwbare timmerman en rechterhand van mijn vader timmert een onderduikgelegenheid in de bovenste slaapkamer van het huis, als dagverblijf. Een extra schuilplaats wordt in de schuinte van het dak in het naastgelegen zolderkamertje aangebracht. Indien nodig zou dit de extra vluchtschuilplaats worden van de onderduikers. Toegang is via de achterwand van de kast in de slaapkamer en via het naastgelegen rommelkamertje. Deze schuilruimte was ongeveer 1,5 x 2 meter. Hier ligt een matras, een paar dekens en een noodrantsoen. Het schot wordt aan het oog onttrokken door veel zwarte kapstokhaken met daaraan jassen en andere kleding. Er wordt een drukbel in de gang aangebracht als stil alarm.

Zomer 1943 Gretha Salomon is opgeroepen en moet een Jodenster dragen. Jacques is als broeder werkzaam (=ondergedoken) in een Amsterdams ziekenhuis.

De onwaarschijnlijke ontsnapping van Gretha eind september 1943.
Deze morgen zijn er grote razzia’s in Amsterdam. Jacques heeft “dienst”, maar Gretha wordt opgepakt. Zij wordt gebracht naar het rangeerterrein De Rietlanden bij Amsterdam CS om afgevoerd te worden.  Het is een afschuwelijke drukte van allerlei functionarissen en spoorwegpersoneel. Een van de bewakers is een NS-man. Hij ziet er volgens Gretha “betrouwbaar” uit. Gretha doet haar ster af en vraagt hem brutaalweg naar de uitgang omdat ze iets vergeten is. Hij zegt dat de dienstdeur niet op slot is, zij vervolgens de gang uit moet lopen en de rechterdeur moet nemen. Gretha doet wat hij zegt en staat opeens buiten……..
Bevriende mensen waarschuwen Jacques en bellen mijn vader dat het “pakketje” er aan komt.

Sept. 1943.
Mijn vader ontvangt bericht dat het pakketje onderweg is. Hij gaat op de Deurgemelde tijd naar het station in Enkhuizen, maakt even oogcontact met het pakketje en gaat rechtsomkeert. De Salomons wandelen op afstand en los van elkaar zo onopvallend mogelijk richting van Bleiswijkstraat. De werkplaatsdeur is los en zij glippen naar binnen. De deur gaat op slot om voor de Salomons pas na 1 ½ jaar weer open te gaan.
15 jan 1944 De aanstaande komst van broertje Jaap heeft grote gevolgen. Toen Trees Feykes, de betrouwbare hulp in de huishouding, vertrok kon zij niet vervangen worden omwille van de veiligheid. De bevalling zou dit keer in het ziekenhuis moeten plaats vinden, omdat er geen “vreemde”mensen over de vloer mochten komen. Hoewel er geen enkele reden was voor de ziekenhuisbevalling wordt huisarts dr. van der Heide  in vertrouwen genomen. Hij schrijft een medische verklaring uit.  Jaap wordt op 15 januari 1944 in het ziekenhuis te Enkhuizen geboren.  Moeder en kind maken het wel.

Het postzegelalbum
De oorlog duurt nog lang en de verveling is groot. De absolute verplichting om dag in dag uit samen op een kamer te verblijven valt hen heel zwaar. Om toch de verveling een beetje te verdrijven neemt oom Jacques zijn postzegelverzameling weer op. Bij de geboorte van broertje Jaap begint hij met een nieuwe verzameling. Mijn vader zorgt voor nieuwe aanvoer van postzegels.  Na de oorlog is het postzegelalbum aan Jaap geschonken met voorin een tekst uit het bijbelboek Salomo en zijn handtekening.

Na de oorlog
Na de oorlog blijkt dat Jacques Salomon de enige van zijn familie te zijn die de oorlog heeft overleefd.
Van de familie van Gretha Brandon heeft slechts een neef Maurits Coronel (geb. 12 – 10- 1921) en een nichtje Zus Coronel (geb. 20-8-1923), de gaskamers overleefd. Zoals iedereen moeten zij de draad van hun leven weer oppakken. De heer en mevrouw Salomon doen dat in Amsterdam. Hun huis was inmiddels onrechtmatig in bezit gekomen van een andere “eigenaar”. Het lukte hen die familie er uit te krijgen en hun oude woning weer te bewonen. Hij erft de biljartfabriek Wilhelmina op de Stadhouderskade 127. Het contact met de familie Zwaan blijft bestaan en zij nemen deel aan familiegebeurtenissen. Zij komen zeker 1 of twee keer per jaar op visite op de van Bleiswijkstraat en brengen dan veel cadeautjes IMG_4036kopiemee.

Het schilderij Herdersjongetje van Gerard van Veen is door de familie Salomon aan vader en moeder Zwaan geschonken bij een heuglijke familiegebeurtenis. Het hangt nog immer aan de muur als dankbare herinnering. 

Echtpaar Salomon – BrandonGretha en Jacq 1962
Jacques Salomon is geboren op 6 december 1893. Woonplaats Amsterdam.
Overleden in 1974. 
Gretha Brandon is geboren op 10 november 1888. Woonplaats Amsterdam.
Overleden in 1979. 
Woonadres: Zacharius Jansestraat 56 te Amsterdam. Beiden zijn op hoge leeftijd in een verzorgingshuis in Leiderdorp gestorven en aldaar begraven. 

Onderduikperiode in Enkhuizen: september 1943 – 20 mei 1945

J en G Bergen

Bergen aan Zee 1947
vlnr tante Gretha, broertje Jaap, hulp Jetty, broertje René,  Rita, moeder Zwaan en oom Jacques

Bertus van der Veen: “Dat nichtje heette Zus Coronel. Zij heeft in Amsterdam bij een communistische familie ondergedoken gezeten en dit overleefd. Zij was zeer muzikaal. Wij waren even oud. In de zomer 1945 kwam zij op bezoek bij ons met haar oom en tante. Ik speelde viool en zij piano. Samen met haar heb ik de Sonatine van Dvořák voor viool en piano gespeeld. Een onvergetelijke herinnering. Zij is directeur geworden van de muziekschool Amsterdam-Noord en trouwde met de heer Keyl”.

De Billardfabriek Wilhelmina

4De Billardfabriek Wilhelmina bestaat sinds 1898 en is nog steeds gehuisvest in het pand Stadhouderskade 127.
De keuze van de naam kwam tweeledig tot stand. Het was het kroningsjaar van koningin Wilhelmina en Wilhelmina was ook de naam van de vrouw van de oprichter van het bedrijf, Isaäc Salomon. Toen het duidelijk was dat Isaäc en zijn vrouw in de oorlog vermoord waren werd hij opgevolgd door neef Jacques Salomon.
Een van de werkkrachten heeft gedurende de oorlogstijd zo goed en zo kwaad als het ging de biljartfabriek door laten draaien. Dankzij deze medewerker kan de biljartfabriek een doorstart maken en werkt Jacques hier tot zijn pensioen in 1963. Cees van Oosterhout,  een actieve biljarter neemt het bedrijf over. De leiding is vandaag de dag in handen van zijn twee zonen.

Hoe veilig was Enkhuizen in oorlogstijd?

Bevalling 1944 De komst van broertje Jaap (Jacob) had grote gevolgen. De bevalling zou dit keer in het ziekenhuis moeten plaats vinden, omdat er geen “vreemde” mensen over de vloer mochten komen. Hoewel er geen enkele reden was voor de ziekenhuisbevalling wordt huisarts dr. van der Heide in vertrouwen genomen. Hij schrijft een medische verklaring uit. Jaap wordt op 15 januari 1944 in het ziekenhuis te Enkhuizen geboren. Moeder en kind maken het wel.
Voedselbonnen. Er werd in Enkhuizen ook hulp aan onderduikers gegeven door het verstrekken van o.a. extra voedselbonnen. Mijn vader besluit hiervan geen gebruik te maken uit angst dat de adressenlijst in handen komt van  “verkeerde” mensen. Dankzij het feit dat mijn broertje Jaap geboren is kan men de winter 1944 door komen met extra voedselbonnen voor moeder en zoon.
Kantoor. Mijn vader was gedurende de oorlogsjaren behalve directeur van de timmerfabriek ook directeur van de Enkhuizer Onderlinge Verzekeringsmaatschappij. Er wordt o.a. in het kantoor op de Van Bleiswijkstraat vergaderd. In de notulen staat te lezen dat de nodige voorzorgsmaatregelen zijn genomen voor het geval de directeur zou moeten onderduiken. Waarom die kans reëel bestaat wordt niet vermeld. Na de oorlog wordt duidelijk dat het hebben van onderduikers, het echtpaar Jacques Salomon en Gretha Brandon, de oorzaak is van deze voorzorgsmaatregelen.

Hoeveel mensen wisten er zeker van?

Ali Swier was werkzaam op het postkantoor. Hier maakte zij een telefonischeBert en Ali verbinding tussen de gesprekspartners.  De gesprekken waren te volgen. Op een dag hoorde zij een gesprek tussen twee mannen die een vergaderlocatie wilden plannen. De een stelde voor te vergaderen bij Gerrit Zwaan, waarbij de andere antwoordde dat dat niet kon omdat die zelf onderduikers had. Ali Swier realiseerde zich dat zo’n kleine opmerking grote gevolgen zou kunnen hebben. Zij heeft de betreffende persoon laten waarschuwen.  Ali Swier werd mijn tante toen ze na de oorlog trouwde met Bertus van der Veen, broer van mijn moeder. Ik mocht hun bruidsmeisje zijn.
Trees Feykes was in oorlogstijd de hulp in de huishouding op de Van Bleiswijkstraat. Toen zij midden 1944 vertrok kon zij niet vervangen worden omwille van de veiligheid. Zij maakte iedere morgen het ontbijt (de pap) klaar voor de onderduikfamilie.
Familieleden. De aanwezigheid van de twee onderduikers was alleen in zeer kleine familiekring bekend. Het was de onderduikers ten strengste verboden om overdag van de slaapkamer naar de woonetage te komen. Iedere avond was het hun taak om de aardappels te schillen en de afwas te doen. Men at gezamenlijk met de hele familie. De moeder en twee zusters van mijn vader kwamen in de winter ’44 – ’45 vanwege de schaarste ook in het huis wonen.
De ouders van mijn moeder woonde in Enkhuizen en wisten er van. Broer Bertus van der Veen (geb. 19 oktober 1922) moest een aantal keren op mij en mijn broertje passen.  Ook hij was op de hoogte van de onderduik. Broer Bauke (geb. 3 oktober 1928) kwam er in het voorjaar 1945 toevallig ook achter toen hij een vreemde mevrouw bij zijn zuster aan het aanrecht zag staan.
Meer mensen. Ik denk achteraf dat meer mensen wisten van de onderduik dan mijn ouders dachten.  Na de oorlog vertelde bijvoorbeeld Simon Korf, eigenaar van Wasserij Korf dat hij de onderduik wel vermoedde. Hij had het gezien aan de hoeveelheid wasgoed. Dat was meer dan gebruikelijk.
De protestants-christelijke achtergrond en de solidariteit van de gesloten gemeenschap van destijds hebben mijn ouders zeker geholpen. De morele moed van mijn vader en moeder om een eenmaal gegeven belofte niet te breken heb ik pas later als volwassene ten volle begrepen.

Yad Vashem

De reden dat er in de geschiedschrijving op lokaal niveau nooit aandacht is besteed aan deze beide Joodse onderduikers en mijn ouders, komt mede doordat het goed is afgelopen. Ze hebben het overleefd. De relatie is ook na de oorlog goed gebleven. Mijn ouders vonden beiden dat het je plicht was je medemens te helpen.  Zij zijn altijd bescheiden geweest over hun bijdrage in de oorlog ‘40 – ’45 . Niemand had het hun naderhand kwalijk genomen als zij gezien het risico dat ze destijds namen voor hun jonge gezin de toezegging van de onderduikplek niet zouden nakomen. Wij zijn van mening dat het een heel moedig besluit is geweest om deze twee joodse mensen een onderduikplek te bieden toen het nodig was. Maar ook om de moed en volharding van Jacques en Gretha Salomon – Brandon deze onderduikperiode tot een goed einde te brengen.
Om onze ouders toch de plek te geven in de geschiedenis die zij verdiend hebben,  heb ik, mede namens mijn broers en zus een aanvraag gedaan om hen postuum op te nemen in het Yad Vashem register, het register voor hulp aan Joodse mensen door niet Joodse mensen in oorlogstijd,

w.g. Rita Zwaan

Gebrek aan bewijs

In antwoord op onze aanvraag in februari 2014 bij de Israelische ambassade om onze ouders postuum op te nemen in het Yad Vashemregister ontvingen we in augustus 2014 een emailbericht dat de getuigenissen niet overtuigend genoeg zijn wegens gebrek aan ‘primary source’ informatie van de kant van de geholpen partij om onze ouders postuum op te nemen in het Yad Vashemregister.

Zacharias Jansestraat 56, Amsterdam

Een verhaal  van Hans van Rossum  over zijn buren: de heer en mevrouw Salomon.

Jacques Salomon was onze buurman en huisbaas in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Meneer en mevrouw Salomon, een joods echtpaar zonder kinderen, waren in onze ogen beschaafd en deftig. Zij woonden op de beide benedenverdiepingen van hun pand in de Zacharias Jansestraat . Het gezin Van Rossum met toen nog vijf thuiswonende tienerkinderen huurde daar vanaf 1967 de twee bovenverdiepingen. Anno 2019 brengen deze twee verdiepingen gemakkelijk een miljoen euro of meer op. In die tijd was het een betaalbare huurwoning voor ons grote gezin waarin mijn vader – die typograaf was bij de Stadsdrukkerij – de alleenverdiener was. Vermoedelijk heeft bij de toewijzing van deze woning zijn ambtenarenstatus wel meegeholpen. Er woonden om ons heen vooral ambtenaren en leraren.

Meneer Salomon was voormalig eigenaar van de biljartfabriek Wilhelmina. Toen wij de woning betrokken was hij al enige jaren gepensioneerd nadat hij zijn bedrijf had verkocht aan de biljarter Cees van Oosterhout. Rond 1970 verhuisde het echtpaar Salomon naar een serviceflat in Leidschendam. Salomon gaf mijn vader toen de mogelijkheid om het gehele huis te kopen voor zegge en schrijve 60.000 gulden. “Had ie dat maar gedaan” zeiden wij als toekomende erfgenamen nog wel eens teleurgesteld tegen elkaar. Het was in die tijd voor hem echter godsonmogelijk om zo’n bedrag bij elkaar te krijgen. Salomon heeft wel zijn biljart aan mijn vader overgedaan en door medewerkers van de Wilhelminafabriek naar de bovenverdieping laten brengen. Onze huiskamer was net niet groot genoeg voor dit cafébiljart. Aan de kant van de schoorsteenmantel was er te weinig ruimte om met een normale keu te kunnen stoten. Daar werd dan een kleinere keu voor gebruikt. “Gebruik jij maar je korte keu!” was het wat dubbelzinnige advies dat je tijdens het biljarten af en toe te horen kreeg.

Even een sprong voorwaarts. In 1992 na het overlijden van mijn vader is dat biljart teruggekocht door de Wilhelminafabriek voor 500 gulden. Toen waren ook de vrijkomende bovenverdiepingen weer te koop en wel voor 350.000 gulden. Dat was voor de tweede generatie Van Rossum als starters op de woningmarkt wel op te brengen, maar teruggaan naar je ouderlijk huis is niet wat je noemt een frisse start.

Van Bleiswijkstraat 54 Enkhuizen

Alles wat ik uit eigen ervaring over onze buren Salomon weet heb ik hier boven beschreven. Wij hadden geen idee hoe ze de oorlog waren doorgekomen. Ze woonden al voor de oorlog in datzelfde huis in de Zacharias Jansestraat. Daar hadden ze, dachten wij, ook de gehele oorlog doorgebracht. Dat kan haast niet waar zijn en dat is ook niet waar.

Het relaas van hun onderduik is opgetekend door Rita Zwaan, dochter in het gezin waar het echtpaar Salomon van september 1943 tot mei1945 was ondergedoken. De Timmerfabriek Jacob Zwaan uit Enkhuizen deed het onderhoud voor het pand van Salomon in de Zacharias Jansestraat. De verstandhouding tussen de heer Salomon en de aannemer Zwaan was bijzonder goed. Dat blijkt ook wel uit de belofte van Gerrit Zwaan om de Salomons een onderduikadres in eigen huis te bieden als de nood aan de man zou komen. Zover komt het in 1943. Jacques Salomon was ondergedoken en werkzaam in een Amsterdams ziekenhuis. Mevrouw Salomon (Gretha Salomon-Brandon) werd bij een razzia in september 1943 opgepakt en voor deportatie overgebracht naar het rangeerterrein De Rietlanden bij Amsterdam CS. Over haar miraculeuze ontsnapping schrijft Rita Zwaan het volgende:

“(…) Het is een enorme drukte van allerlei functionarissen en spoorwegpersoneel. Een van de omstanders, een NS-man (..), ziet er volgens Gretha betrouwbaar uit. Zij verbergt haar ster en vraagt hem brutaalweg naar de uitgang omdat zij iets vergeten is. Hij zegt dat de dienstdeur niet op slot is, zij vervolgens de gang uit moet lopen en de rechterdeur moet nemen. Gretha doet wat hij zegt en staat buiten … “

Er is een code afgesproken om Gerrit Zwaan te laten weten wanneer het echtpaar in Enkhuizen per trein aankomt. Het “pakketje” komt eraan, luidt de versluierde boodschap. In Enkhuizen aangekomen lopen de Salomons heimelijk naar hun onderduikplek in de Van Bleiswijkstraat. Een bijzonder detail is dat de onderduikgelegenheid in het voorjaar van ‘43 gelijk met de kraamkamer in orde is gemaakt. Het is een gezin met twee jonge kinderen waar de Salomons dan nog anderhalf jaar zullen verblijven.

Terug naar huis

De onderduikperiode in Enkhuizen is goed afgelopen voor de familie Zwaan en voor de familie Salomon. Toch zal het voor de joodse familie Salomon niet makkelijk zijn geweest om na de oorlog de draad weer op te pakken. Van de gehele familie Salomon en de familie Brandon heeft maar een enkel familielid de oorlog overleefd. Het huis in de Zacharias Jansestraat moest worden teruggevorderd omdat het in andere handen was overgegaan. Jacques erft de biljartfabriek Wilhemina van zijn weggevoerde oom Izak Barend Salomon en zal daar tot 1963 de scepter zwaaien. De kinderen Zwaan doen in 2014 een aanvraag om hun ouders postuum op te laten nemen in het Yad Vashemregister, het register voor hulp aan Joodse mensen door niet Joodse mensen in oorlogstijd. Dit eerbetoon wordt afgewezen omdat er geen directe bronnen meer zijn om te getuigen van de verkregen hulp. Kijk, zo’n beslissing noemen we in goed Amsterdams nu een gotspe.

 Hans van Rossum  22 mei 2019 

 

Zacharias Jansestraat 56 (foto Hans van Rossum)