De ouderslaapkamer van mijn jeugd en de jongenskamer van mijn vader Gerrit en oom Andries.
Ik kan me geen enkel verhaal herinneren uit die tijd dat mijn vader en zijn broer daar sliepen. Vertelde ze elkaar hun avonturen van de dag, deelden ze hier hun geheimpjes met elkaar en later toen ze opgroeiden hun eerste verliefdheden? Slaapkamergeheimen dus.

Sliepen mijn opa en oma in het alkoof naast de woonkamer op de 1e etage, mijn ouders betrokken na hun huwelijk op 3 oktober 1940 de grote slaapkamer op de 2^e verdieping.

De ouderslaapkamer was de plek waar we als kinderen nooit speelden. Er stond een heel groot deftig bed, een linnenkast, een rond tafeltje met 2 stoelen en een kaptafel. Hierop lag een zilveren handspiegel en haarborstel. De kamer rook altijd heerlijk zoet. De lekkere lucht werd veroorzaakt door het blauwe flesje Soir de Paris en de vele Majazeepjes. Het waren uitnodigende geuren van glamour, passie en luxe, maar die woorden had ik toen nog niet tot mijn beschikking en kon ik al helemaal niet met mijn ouders in verband brengen. Het waren geuren van dromen en verlangens.

Het bijzondere is dat het blankhouten slaapkamerameublement nog in de familie is, zij het dat het nu een modern kleurtje heeft gekregen.

Onweer

De grote slaapkamer was ook een plek van veiligheid. Heel af en toe mochten we in het grote bed. Dat was als het ’s nachts onweerde. Daar was mijn moeder heel erg bang voor en wij nu ook. De Zuidertoren was onze bliksemafleider. Die heeft het af en toe zwaar te verduren gehad.