Het Kleine Kamertje

Het kleine kamertje boven de gang heeft door de jaren heen vele bestemmingen gehad. Toen het huis net gebouwd was in 1908 werd het de slaapkamer van opa Reyling, de vader van  oma Zwaan. Daarna werd het de speelkamer van Fie, Trijn, Riek en Corrie. De spelletjes die gespeeld werden waren vooral schooltje en vader en moedertje. De moeder was geen probleem, maar wie moest de vader zijn? Andries en Gerrit hadden daar helemaal geen trek in. Het werd praktisch opgelost: Geen vader, want die was natuurlijk aan het werk! Riekje en Corrie waren de echte poppenmoeders. Fie was toen al graag de schooljuffrouw en Trijntje was van alle markten thuis, maar zij was ook een buitenkind dat graag op straat speelde.

Het kleine kamertje heeft een opklapbed en een wastafel. Het was tijdens onze jeugd af en toe ook de logeerplek voor oma Zwaan, als de tantes Fie en Riek op vakantie gingen. Ook broer Jaap heeft daar nog vele jaren in de weekends geslapen.

Hanneke: Oma Zwaan was streng christelijk. Dat merkte ik toen oma Zwaan eens bij ons logeerde. Ik was een teener en zong luidkeels mee met de radio. Met volle uithalen zong ik  Jippie Ojeeeee….! Maar dat viel niet in goede aarde bij oma Zwaan en de radio moest meteen uit. Het Oje was naar haar idee een vloek.

In mijn herinnering is het Kleine Kamertje toch vooral het ziekenkamertje. Dan hoefde moeder niet elke keer de trap op bij calamiteiten. Bij ziekte krijgen we een flesje appelsap of tomatensap. Je voelde je meteen opknappen.

1949  Het is Koninginnedag of Bevrijdingsdag. Ik krijg mijn oranje feestrokje aan. De buurtvereniging heeft zijn best gedaan. Broertje René is ziek en moet binnenblijven. Hij kan nog juist zien vanuit het Kleine Kamertje hoe zijn grote zus de vlaggetjesrace met hoed straks gaat winnen.

Enkhuizen viert feest en de buurtvereniging Van Bleiswijkstraat doet mee. Vader Gerrit Zwaan dirigeert hier een feestzangkoor. Wat het zangprogramma is weten we niet maar het zal ongetwijfeld de voorloper zijn geweest van Mien waar is mijn feestneus.